31 augustus 2023

Verhaaltje uit de oude doos

Tien jaar geleden verhuisden we naar het huis waar we nu wonen. Onze kinderen waren nog klein en het was een avontuur. Hier volgt een verhaaltje dat ik voor hen heb geschreven.

(Luister hier naar mijn blog)



Verhuisd

Jelle is verhuisd. Met een grote bus zijn alle spullen uit het oude huis naar het nieuwe huis gebracht. Eerst woonden Jelle, papa, mama en Michelle in een appartement in de stad, maar nu gaan ze in een echt huis wonen. En het leukste is: er is een hele grote tuin achter! Er is nog een schommel van de kinderen die er eerst woonden. Achterin de tuin staat een grote boom met een echte boomhut erin. 
In hun oude huis moesten Jelle en Michelle heel zachtjes doen, anders werd de buurman boos. Maar hier kunnen ze rennen, stampen en roepen zoveel ze willen. 
Terwijl papa en mama de verhuisdozen uitpakken en alle spullen een plekje geven, rennen Jelle en Michelle door het huis. Ze hebben allebei een eigen kamer. Die van Jelle is het grootst. Er hangen nog geen gordijnen voor de ramen, maar Jelle weet al wat hij wil: rode gordijnen. Als hij op zijn tenen staat, kan hij goed naar buiten kijken. Het nieuwe huis staat in een rustige straat. Alle huizen hebben tuintjes. De buurman heeft een vijver met een echt fonteintje. En aan de overkant is een huis met een rozenpoortje. Er staat een kinderfietsje voor de deur. Zou daar ook een kind wonen? 
Plotseling ziet hij achter het raam een rond gezichtje met blonde krulletjes. Het is een meisje! Ze gluurt naar hem vanachter het gordijn. Jelle gluurt terug. Wat een grappig meisje. En wat een grappige krulletjes. Jelle heeft ook krulletjes, maar die van hem zijn zwart. Zou het meisje daar wonen? 
'Jelle, kom je!' roept mama van beneden. 'We gaan even naar de supermarkt.' 
Ze gaan met de fiets. Michelle blijft bij papa. Het is niet ver naar de supermarkt. Dat is handig, mama is er erg blij mee. En ze hebben er kleine winkelwagentjes voor kinderen. Jelle mag er één pakken. Mama legt er brood in en een pak melk. Als ze even later langs het fruit komen, ziet Jelle aan de andere kant nog een kindje met een winkelwagentje. Jelle rijdt er voorzichtig naartoe. Hé, het is het meisje van de overkant! Ze zegt niks en Jelle ook niet. Maar dan komt mama eraan. Als ze de moeder van het meisje ziet, is ze heel verrast. 'Hé, wat leuk!' roept ze, 'Ik wist niet dat jij hier woonde!' En dan beginnen ze een heel lang gesprek. 
Jelle rijdt rondjes om mama en het meisje rijdt rondjes om háár moeder. Dan rijden ze achter elkaar aan om de twee moeders heen. Daarna rijden ze om de bananen en appels heen en daarna om de tomaten. Ze gaan steeds harder en ze moeten erg lachen. 
'Jelle!' roept mama. Ze gaan naar de kassa. Mama zegt: 'Dat meisje heet Elien. Ze woont bij ons aan de overkant. Morgen gaan we bij hen op bezoek.'

De volgende ochtend gaat Jelle met mama en Michelle naar het huis aan de overkant. Hij mag aanbellen, mama tilt hem op. 'Ze zijn er!' hoort hij binnen iemand roepen en dan doet de buurvrouw open. Achter haar benen staat Elien. Jelle verstopt zich een beetje achter mama, maar Michelle is helemaal niet bang. Ze loopt naar Elien toe en aait met haar kleine handje over Eliens krulletjes. Daar moet iedereen om lachen. 
Het huis van Elien lijkt erg op het nieuwe huis van Jelle, alleen is alles andersom. Bij Jelle is de trap rechts en de kamer links, maar bij Elien is de kamer rechts en de trap is links. 
'Ik heb een poezenkamer,' zegt Elien. 
'Ga maar boven kijken,' zegt haar moeder. 
Eliens kamer is net zo groot als die van Jelle. Er staat een wit bed met een heleboel knuffels erop. 
'Dit is Minoes en dit is Siep,' vertelt Elien en ze laat al haar knuffels zien. 'Als ik naar bed ga, gooi ik alle knuffels op de grond. Alleen Siep mag bij mij slapen, want dat is de liefste. Die heb ik al heel lang.' Dat kun je wel zien, want Siep is een hele oude poezenknuffel met maar één oogje en een kapotte staart. 
'Ik heb ook een lievelingsknuffel,' zegt Jelle. 'Hij heet Beest en het is een beest.'
Dat vindt Elien heel grappig. 'Mag ik hem zien?' vraagt ze. Maar dat kan niet, want hij is thuis, in Jelles kamer. 
'Misschien kunnen we hem door het raam zien!' roept Jelle en ze kijken allebei met hun neus tegen het raam. Jelle kan Beest niet zien, maar wel zijn eigen slaapkamerraam. 'Als ik straks thuis ben en jij bent ook in je kamer dan zal ik Beest laten zien,' zegt hij. 
Dan roept Eliens moeder van beneden dat er limonade is. In de tuin van Elien is een zandbak en ze mogen er even in spelen. Michelle speelt ook mee, er is plaats genoeg. Het is echt een grote zandbak!
Als ze weer naar huis gaan, zegt mama tegen Jelle en Elien: 'Nou, jullie zijn al vriendjes geworden!'
Jelle en Elien lachen naar elkaar. 

Als ze thuis komen, rent Jelle meteen naar zijn kamer. Samen met Beest gaat hij voor het raam staan. En ja hoor, aan de overkant komt het gezichtje van Elien tevoorschijn. Jelle en Beest zwaaien en Elien zwaait terug. 'Kijk Beest,' zegt Jelle, 'dat is Elien. Elien is mijn vriendin!'




25 augustus 2023

Niet zo vlot op een vlotje

(Luister hier naar mijn blog)


Ik hou niet echt van zwemmen. De chloor stijgt me naar het hoofd en ik word meestal gek van de drukte in het zwembad. Maar afgelopen week ben ik buiten mijn comfortzone gestapt om me te wagen aan een lesje Aqua Float: Fitness op een drijvend vlot. 

Eerlijk gezegd was het een heel eind buiten mijn comfortzone, want ik doe normaal gesproken geen fitnessoefeningen, laat staan op een vlotje in het zwembad. Maar ik was samen met een vriendin en wij besloten samen dapper te zijn. 

Behalve mijn vriendin en ik waren er nog drie deelnemers. Een slanke dame van een jaar of zestig en een jong stel, waarvan aan de jongeman duidelijk te zien was dat hij wel vaker sportief bezig was. Na een korte uitleg mochten wij op onze vlotjes klimmen. Die waren vastgebonden en konden dus gelukkig niet wegdrijven. 

Ik voelde me net een zeehond toen ik mezelf op het vlot omhoog werkte. Wat daarna volgde was een martelgang van allerlei arm-, been- en buikspieroefeningen, afgewisseld met het maken van golven voor de andere deelnemers. Ik ben minstens tien keer van het vlot afgeduikeld en ook twee keer in zo'n positie terechtgekomen dat ik met geen mogelijkheid meer overeind kon komen en dus toch maar weer het water ingleed. Maar hoewel ik de oefeningen niet zo goed deed als de jongeman en de oudere dame, denk ik dat ik het beste van allemaal mijn lachspieren heb getraind!

Na afloop verzuchtte mijn vriendin: 'Ik kon er echt niks van. Telkens als ik keek hoe de anderen het deden, viel ik van mijn vlot af!' Dat was eigenlijk wel de belangrijkste les die we leerden: Vergelijk jezelf niet met anderen, want dan kom je nergens. Focus je in plaats daarvan op je eigen leerproces.  

En terwijl ik nu pijn heb op plekken waarvan ik niet eens wist dat ik daar spieren had, schiet me nog iets anders te binnen. Onze trainer leerde ons een trucje om staande te blijven op het vlot. Daarvoor moest je naar een vast punt in de verte kijken en niet omlaag naar het vlot, of opzij naar de anderen. Ik heb het geprobeerd en het klopte!

Het doet me denken aan Petrus die op het water liep. Zolang hij zijn blik op Jezus gericht hield, liep hij met gemak over het water, maar toen hij naar de golven keek, zakte hij erdoorheen. Dom, maar zo herkenbaar. Ik laat me ook vaak meeslepen door zorgen of twijfels. Gelukkig is Jezus er dan altijd om me uit die golven te trekken, terug op m'n vlotje!

In een bootje

(Luister hier naar mijn blog) Onlangs had ik een droom. Ik probeer mijn dromen altijd te onthouden, want je kunt er veel van leren. In Psalm...